Armando
Recensie Hendrik van Leeuwen in Den Haag Centraal, 15 november 2018
Armando – Schwarze Landschaft 28-8-97
olieverf op doek | oil on canvas, 198,5 x 198,5 x 4,5 cm
Collectie museum Voorlinden
Terugblik op Armando
in museum Voorlinden
Tekst: Hendrik van Leeuwen
Handtastelijk en hartstochtelijk
Het was bedoeld als eerbetoon bij zijn negentigste verjaardag, maar omdat Armando op 1 juli onverwacht overleed, is zijn overzichtstentoonstelling in Voorlinden plotseling ook een afscheid geworden. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Nederlanden, die persoonlijk bevriend was met de kunstenaar, verrichtte afgelopen zaterdag de opening.
Armando’s bronzen ‘Gestalt’ bewaakt de toegang. Het reusachtige beeld is tijdelijk uit de beeldentuin gehaald en staat nu wijdbeens, maar gewond en uit het lood geslagen op het gazon. Op de achtergrond sterft de bosrand in herfstige schoonheid. Neem de tijd om het geheel in je op te nemen, want setting en sculptuur vatten het verhaal van Armando voorbeeldig samen. In zijn veelzijdige oeuvre heeft hij keer op keer het landschap aangeklaagd omdat het geen oordeel uitspreekt over de misdragingen van mensen. Ook hier zien de bomen onbewogen toe hoe de wankele ‘Gestalt’ als een Griekse god zijn lot ondergaat. Eén ellenlange arm eindigt in een knoert van een vuist. Van de andere arm resteert slechts een machteloze stomp. Bij Armando is de dader ook slachtoffer en er bestaan geen zalvende, troostrijke woorden om die tweespalt glad te strijken. De mond van het beeld is met één forse haal van het mes in het gezicht gekerfd. Oren, neus en ogen ontbreken. Wat een pijn! Maar de herfstkleuren op het landgoed Voorlinden zijn magnifiek.
Armando (1929, Amsterdam) heette oorspronkelijk Herman Dirk van Dodeweert. In zijn paspoort stond echter kortweg Armando. De officiële naamswijziging strookte met het beeld dat hij als kunstenaar wilde uitdragen. Kort maar krachtig, de typering van een Einzelgänger met de geur van zwerversromantiek. Hoewel we er volgens hem geen analogie met wapens achter moeten zoeken – indachtig zijn Italiaanse grootmoeder ontpopte Herman zich als Armando – waren jeugdige oorlogservaringen bepalend voor zijn verder leven. Hij groeide op bij Kamp Amersfoort en zag hoe de gevangenen als beesten behandeld werden. De mythe wil dat hij in de bossen werd opgepakt door een soldaat, deed alsof hij struikelde en de man doodstak. Er is vaak naar doorgevraagd, maar Armando kon op het cruciale moment heel goed stoppen met praten. Elke kunstenaar cirkelt om een diepere kern, zoals een bokser om zijn tegenstander danst, en het is verleidelijk om te denken dat dit voorval de bron was waaruit hij putte. Onlangs is een documentaire over het ‘Voorval en de Mythe’ gelanceerd (nu te zien in het Filmhuis) maar ook hierin blijven ‘Dichtung und Wahrheit’ onoplosbaar verbonden.
Voorlinden laat de feiten spreken en toont het werk in al zijn felheid. Een rode hand schiet als een vlammenwerper door de duisternis. Manshoog hekwerk verspert de weg. Een zwarte vlag hangt monumentaal in het niets. Subtiel is anders, maar het is wel verschrikkelijk raak. Wie zich openstelt voor Armando’s verwarrende ‘schoonheid van het kwaad’ staat een indringende ervaring te wachten. Ondanks de heftige thematiek kun je er door de rustige inrichting toch met een peinzende blik van genieten.
Wat opvalt is de enorme consistentie in het oeuvre: hij wist van meet af aan wat hij te vertellen had. De lefgozer die eind jaren vijftig debuteerde met ‘Peintures Criminelles’ schilderde al meteen net zo handtastelijk als in zijn latere werk. In de documentaire ‘Armando, portret van een vriend’ (Cherry Duyns, 1973 – via internet te zien op 2doc.nl) is goed te zien hoe hij te werk ging. Terwijl uit de cassetterecorder de jachtige zigeunerjazz van Django Reinhard klinkt, boetseert Armando met rubber werkhandschoenen de verf direct op het doek. Het lijkt wel gruis, vloeibare steenkool die hij manipuleert. Zijn sculpturen vertonen dezelfde drift om het beeld vorm te geven. De hand kneedt en douwt maar door om de materie in model te brengen. Je ziet er de bokser in terug die hij als jongeman graag had willen worden. “Hij heeft het altijd betreurd dat hij daarin niet de top heeft bereikt,” zegt directeur Susanne Swarts, die hem voorafgaand aan de tentoonstelling meerdere keren bezocht in zijn huis in Potsdam. Hij woonde daar al lang, het kostte hem weinig om zich te verzoenen met het land van Goethe. Eind jaren 70 toog hij al naar Berlijn om zich te verdiepen in “Feindbeobachtung”. Hij knoopte korte gesprekjes aan in de U-Bahn en tekende domweg op wat hij hoorde. Alle domme, lieve, pijnlijke en rabiate ideeën die in elke samenleving door elkaar heen dwarrelen. In Duitsland groeide hij uit tot een Europese kunstenaar van formaat. Het typeert hem dat hij zijn beeldend werk ook met Duitstalige titels de wereld in zond. Een taal is niet schuldig. Wat ermee uitgedrukt wordt soms wel.
Armando was een multi-talent. Hij was succesvol als violist en acteur, als schrijver en dichter, en volstrekt uniek als schilder en beeldhouwer. Er zijn geen navolgers opgestaan, er is maar één Armando. Hoewel er bij het naderen van de dood meer romantiek in zijn werk sloop, bleef hij schilderen als een bokser. Elk beeld komt binnen als een rechtse directe. Jammer dat het over is, maar het is mooi geweest. Vaarwel vechtjas!
Wie zich openstelt voor Armando’s verwarrende ‘schoonheid van het kwaad’ staat een indringende ervaring te wachten.
Museum Voorlinden, expositie verlengd tot 5 mei 2019. Meer info: www.voorlinden.nl
De laatste werkhandschoenen van Armando – Foto Hendrik van Leeuwen
Museum Voorlinden te Wassenaar, 3 november 2018 t/m 5 mei 2019